top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverGroep Zuyd

Welke bepalingen mogen niet in je huurovereenkomst staan?

Bijgewerkt op: 15 jun. 2022

Inleiding

De verhouding tussen verhuurder en huurder is niet gelijk. Vaak heeft de verhuurder meer macht in deze relatie, omdat de huurder afhankelijk van hem is voor onderdak. Om deze reden bestaan er een aantal regels voor het opstellen van een huurovereenkomst waar de verhuurder zich aan moet houden. Van deze regels mag niet ten nadele van de huurder worden afgeweken. Op deze manier biedt de wet de huurder bescherming.


Als van deze regels in een bepaling in de huurovereenkomst wordt afgeweken, is deze bepaling nietig. Je hoeft aan die bepaling dan geen gehoor te geven.

Hieronder komen een aantal zaken aan bod die bij wet geregeld zijn om de huurder bescherming te bieden.


Gebreken

Soms proberen verhuurders onder aansprakelijkheid voor gebreken aan de woning uit te komen door een beding hierover op te nemen in de huurovereenkomst. Indien er na het tekenen van zo’n huurovereenkomst een gebrek aan de woning ontdekt wordt waarvoor het herstel volgens de wet voor rekening van de verhuurder komt, is het de vraag of de verhuurder van het gebrek wist of behoorde te weten. Indien dit het geval is, is het beding waarmee de verhuurder aansprakelijkheid poogt uit te sluiten op deze situatie niet van toepassing. De verhuurder kan de aansprakelijkheid dan niet uitsluiten.


Verhogen huurprijs

De huurprijs van je woonruimte mag elke twaalf maanden één keer verhoogd worden. Dit is wettelijk geregeld. Ondanks deze regel nemen sommige verhuurders in hun overeenkomst op dat de huur twee (drie, vier???) keer per jaar verhoogd mag worden. Zo’n bepaling in de huurovereenkomst is, je raadt het al, nietig.


Opzegtermijn Volgens de wet moet de opzegtermijn voor de huur van een woonruimte voor onbepaalde tijd voor de verhuurder minimaal drie maanden bedragen. Voor elk compleet jaar dat de huurder in de woonruimte woont, komt daar een maand bij, met een maximum van zes maanden. Dus bijvoorbeeld:

· De huurder woont vijf maanden in de woonruimte -> de opzegtermijn bedraagt drie

maanden.

· De huurder woont één jaar in de woonruimte -> de opzegtermijn bedraagt vier maanden.

· De huurder woont twee jaar en drie maanden in de woonruimte -> de opzegtermijn bedraagt

vijf maanden.

· De huurder woont zes jaar in de woonruimte -> de opzegtermijn bedraagt zes maanden.


De verhuurder kan jou dus niet zomaar onaangekondigd op straat zetten. Als in jouw huurovereenkomst een opzegtermijn voor de verhuurder is opgenomen die korter is dan de opzegtermijn die hij volgens de bovengenoemde berekening zou moeten hanteren, dan is deze bepaling nietig.

Bij de huur van een woonruimte voor bepaalde tijd geldt dat deze niet tussentijds mag worden opgezegd.

8 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Privacy

Post: Blog2_Post
bottom of page